De pyrolysetechnologie is een effectieve oplossing voor het recyclen van vervuilde en samengestelde plastic reststromen die tot dusver niet gerecycled konden worden. Echter, de opschaling van deze technologie wordt tegengewerkt door belemmerende wet- en regelgeving. Dat moet en kan anders, betogen de partners van het PyroCHEM project, in navolging van het rapport ‘End of Waste’ dat Ecomatters in opdracht van Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE) schreef.
Chemische recycling speelt cruciale rol in grondstoffentransitie
Er is een urgente en groeiende vraag naar circulaire grondstoffen, mede door Europese richtlijnen op dit gebied. Recycling speelt hierin een cruciale rol. Plastic afval dat nu niet geschikt is om te recyclen, is vaak te vervuild, zoals landbouwfolie, of bestaat uit meerdere lagen, die moeilijk van elkaar te scheiden zijn zoals chips- en koffiezakken. Alleen al in Nederland gaat het jaarlijks over 629 kton plastic afval. Op dit moment wordt dat verbrand waarbij energie wordt geproduceerd; een zeer laagwaardige vorm van afvalverwerking.
Er is een technologie die vervuild plastic wél hoogwaardig kan verwerken: pyrolyse. Door middel van zuurstofloze verhitting worden deze afvalstromen teruggebracht tot circulaire bouwstenen waar de chemische industrie nieuwe producten van kan maken.
Vergunning verkrijgen zeer lastig
Niets staat in de weg om deze technologie grootschalig toe te passen. Toch? Niets is minder waar. Op een redelijke termijn een vergunning krijgen voor een demonstratiefabriek? Onmogelijk. Het steeds maar uitstellen van de omgevingswet zorgt voor onzekerheid bij zowel aanvrager als beoordelaar waardoor vergunningsaanvragen feitelijk niet in behandeling worden genomen. Dan is er nog de onduidelijkheid over de berekening en beschikbaarheid van stikstofruimte. Tot slot is er in veel provincies tot zeker 2025 nauwelijks ruimte op het elektriciteitsnet. Dit alles zorgt ervoor dat het verkrijgen van een vergunning en een aansluiting op het elektriciteitsnet vele jaren in beslag kan nemen. Tijd die ondernemers niet hebben. Zowel multinationals als MKB’ers met concrete plannen voor grootschalige pyrolyse plants lopen vast.
“Het is frustrerend dat welwillende bedrijven die werk willen maken van de grondstoffentransitie op deze wijze worden tegengewerkt”, zegt Jeroen de Lange, directeur van de Green Chemistry Campus. “Dit soort bedrijven zou juist met open armen moeten worden ontvangen en ruimhartig moeten worden gefaciliteerd. Wij willen de springplank zijn voor dit soort bedrijven die vervolgens op kunnen schalen in Moerdijk. Ik roep de wetgever dan ook op om hier snel werk van te maken zodat we samen impact kunnen maken in de grondstoffentransitie.”
Lineaire wetten staan een circulaire economie in de weg
En als er eenmaal een vergunning is? Dan kunnen bedrijven toch aan de slag? Was het maar waar. Ondanks alle duurzame ambities en convenanten is pyrolyse-olie voor de wet nu afval. Met alle eisen rond opslag, verwerking en vervoer die geen recht doen aan de status van circulaire grondstof. Dat komt doordat bij de pyrolyse van plastic reststromen wet- en regelgeving van verschillende industrietakken samenkomt, van zowel de afvalbranche als de chemie. Dit zorgt voor een onduidelijke wirwar aan regels voor zowel wetgevers, als omgevingsdiensten en niet te vergeten de bedrijven die deze technologie toe willen passen.
Circulair Materialenplan
Het ministerie van infrastructuur en waterstaat onderzoekt momenteel hoe het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3) kan worden doorontwikkeld naar een Circulair Materialenplan (CMP1). Onno Meijerink, directeur van Waste4ME: “Het is helder dat de traditionele, fragmentarische benadering van de afvalsector geen stand meer houdt. Met de transitie naar een circulaire economie is een ketenbenadering nodig. Het is goed om te zien dat het ministerie dit onderkent en samen met de sector stappen zet, maar op korte termijn ben ik daar als ondernemer niet mee geholpen, en het klimaat ook niet.”
Ook Jappe de Best, Lector Biobased Resources & Energy bij Centre of Expertise Biobased Economy van Avans Hogeschool gaat het niet snel genoeg. “In dit tempo duurt het nóg 10 jaar voordat we deze technologie grootschalig toe kunnen passen en die tijd is er niet. Het is belangrijk dat alle partijen in de keten gaan samenwerken en de overheid hierin een initiërende rol speelt”
“De overheid moet heldere kaders stellen die ondernemers houvast en een gelijk speelveld bieden”, vult Onno Meijerink aan. “Dat vraagt om betrouwbare meetmethoden zoals een Life Cycle Analysis met objectieve criteria en een heldere afbakening zodat de technologie die tot het meest duurzame resultaat leidt de beste kansen krijgt. Daarnaast moet de overheid eisen stellen aan producenten zodat ze producten ontwerpen met het einde van de keten in gedachten. Nu worden er nog steeds samengestelde materialen waaronder composieten op de markt gebracht die vrijwel niet te recyclen zijn. Dit past niet binnen de circulaire doelstellingen. Alleen met een objectief meetkader en een ketenbenadering is het voor ondernemers rendabel om te investeren in deze branche.”
Jeroen de Lange concludeert: “Nu is het moment voor overheden om dit soort duurzame initiatieven te faciliteren en te stimuleren. Laten we samenwerken en kijken naar wat wél kan!”
Over het PyroCHEM project
Het PyroCHEM project wil de chemische industrie verduurzamen door de chemische recycling van plastic afval en de pyrolyse van andere (biomassa) reststromen te optimaliseren en op te schalen. De ambitie: vanaf 2030 jaarlijks 1 miljoen ton afvalplastic verwerken tot nieuwe grondstoffen voor de chemische industrie. Dat reduceert elk jaar 1,7 miljoen ton CO2-eq en bespaart 550 kiloton aan aardolie.
REACT-EU
Het PyroCHEM project heeft een waarde van € 2,9 miljoen en wordt mede mogelijk gemaakt door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en provincie Noord-Brabant in het kader van REACT-EU.